Hotspot Noordzee; voor welke activiteit is er straks nog ruimte?

Hotspot Noordzee; voor welke activiteit is er straks nog ruimte?

Wat is er straks nog mogelijk op de Noordzee? Voor welke doeleinden wordt de beperkte ruimte in de kustwateren ingezet? In haar Spatial Competition Forecast brengt onderzoeksbureau DNV in kaart welke sectoren tot 2050 naar verwachting de meeste blauwe ruimte zullen claimen. Het toenemende ruimtegebrek op zee ondersteunt het belang van meer onderzoek naar de mogelijkheden van mariene aquacultuur op verzilte kustgronden als alternatief voor vormen van visserij die straks mogelijk minder ruimte overhouden. In Polder Wassenaar op Texel faciliteert Stichting Zilte Zones dergelijk onderzoek en ondersteunt het pilotprojecten die de randvoorwaarden kunnen leveren voor succesvolle commerciële teelten van soorten in verzilte gebieden.

Tweede fase onderzoek geïntegreerde aquacultuur Polder Wassenaar gestart

Tweede fase onderzoek geïntegreerde aquacultuur Polder Wassenaar gestart

In Polder Wassenaar is de tweede fase gestart van het kringlooponderzoek naar de mogelijkheden om in één systeem zeewier, kokkels en garnalen te kweken; als voorbeeld voor alternatief landgebruik in laaggelegen verzilte kustgebieden. Hiervoor worden in de waterlopen (raceways) van de onderzoekslocatie de natuurlijke omstandigheden nagebootst door de inlaat van zout water vanuit de Waddenzee.

De officiële onderzoeksvraag luidt: Wat is de potentie van combinatieteelt van gebiedseigen soorten rond de Waddenzee in een tussendijks kustaquacultuur-systeem en hoe kan dit geoptimaliseerd worden? Onderzoekers van Wageningen Marine Research (WMR)  en ondernemers uit de visserijsector hebben hiervoor de handen ineengeslagen. Als het lukt om een blauwdruk te leveren voor een succesvolle kweekmethode van soorten die van nature in de Waddenzee leven, kan dat een doorbraak betekenen voor mariene aquacultuur in verzilte gebieden. Kustlanderijen die door verzilting ongeschikt raken voor traditionele landbouw kunnen dan worden ingezet voor zilte teelten.

Eerste onderzoeksjaar

Het onderzoek in Polder Wassenaar had de kick-off in maart 2022. Het eerste jaar stond vooral in het teken van voorproeven doen en de mogelijkheden van de proeflocatie ontdekken. De raceways werden in 2020 voor het laatst gebruikt en waren inmiddels behoorlijk verzoet. Een ander obstakel vormde het gebrek aan uitgangsmateriaal van vooral garnalen en kokkels. Het bleek lastig om ondermaatse garnalen in goede conditie aangeleverd te krijgen en er was afgelopen jaar weinig kokkelbroed beschikbaar voor in de raceways. Verder moest eerst worden uitgezocht welke soort zeewier geschikt zou zijn voor de proeven in de polder. De inzichten van het eerste jaar zijn verwerkt in het projectplan voor de tweede onderzoeksfase.

Aanpassen experimentopzet

Uit eerder onderzoek (Phillipart et al. 2020) bleek al dat kokkels zich kunnen ontwikkelen in de polder en dat een lage doorstroomsnelheid een positief effect had op de kokkelgroei, door de stimulatie van interne fytoplankton (alg: een voedselbron voor de kokkels) productie. Dit experiment werd echter uitgevoerd met lage kokkeldichtheden. Daarom ligt de focus van de tweede fase van het huidige project op de vertaalslag van deze kennis naar reële marktschaal en de interactie met de andere ingezette componenten (garnalen en zeewier) in het systeem.

Schoon schip

De raceways worden klaargemaakt voor
het nieuwe uitgangsmateriaal.

In de afgelopen weken werden de raceways weer opgeschoond en aangeharkt, zodat er nieuw uitgangsmateriaal in kan. De intentie is om in elke diepe raceway kokkels (300 per m2), zeewier (4 kg), en garnalen (25 per m2) uit te zetten, met tussen de raceways een variërend doorstromingsregime. Via een hevel wordt het zoute water uit de Waddenzee de raceways ingepompt en kan de werking van hoog- en laagwater worden nagebootst. De sluisjes bij de ingangen van de raceways worden op verschillende hoogtes gezet om zo te zorgen voor verschillende doorstromingen in de raceways. Uit eerdere testen bleek dat het zeewier Gracilaria verrucosa geschikt is voor kweek op de proeflocatie. Tot op heden is er  weinig bekend over de kweek van deze wiersoort in Nederland, maar WMR heeft al ervaring opgedaan met de groei/ontwikkeling van deze soort in andere projecten. Gracilaria wordt meestal niet direct gebruikt voor consumptie maar is wel interessant voor de Agar-Agar productie (een bind- en geleermiddel vergelijkbaar met gelatine). Voor de garnalen is gekozen voor de gewone/grijze garnaal, die in grote getallen voorkomt in de Noordzee. Het plan is om dit jaar de garnalen uit te zetten in de raceways met vergelijkbare dichtheid als in de natuur. Al met al kan er dit jaar onderzocht worden of combinatiekweek mogelijk is in het Polder Wassenaar-systeem en welke doorstroming daarbij optimaal is.

Samenwerking

Voor het tweede onderzoeksjaar paste hoofdonderzoeker en projectleider Reinier Nauta zijn onderzoeksteam aan. Het team van Wageningen Marine Research (WMR) wordt nu naast Nauta gevormd door Sander Glorius (gespecialiseerd in mosselbanken en bodemdieren), Martijn Keur (aquatisch ecoloog) en Enzo Kingma (benthos-onderzoeker). Met hulp van Kasper van Kraaij, beheerder van de onderzoekslocatie in Polder Wassenaar namens Stichting Zilte Zones, houden zij zich bezig met de bemonstering en monitoring van de ontwikkelingen in de raceways. Elke drie weken worden de kokkels en garnalen steekproefsgewijs gemeten (lengte van de garnalen en van de kokkels ook volume, vleescontent en biomassa) en wordt het zeewier vers gewogen. Eind 2023 vindt de eindmonitoring plaats, waarna de resultaten worden verwerkt en weer als uitgangspunt dienen voor het vervolgonderzoek in 2024.

Foto: Het consortium voor dit onderzoek bestaat uit de volgende projectpartners: Stichting Zilte Zones (exploitant Polder Wassenaar), Noordoogst Aquaponics (ontwikkelaar garnalenkweeksystemen), Meromar (verwatering en verhandelaar kokkels), SeaweedTech (ontwikkelaar zeewier kweeksysteem en leverancier uitgangsmateriaal), Wageningen Marine Research (onderzoek zeewieren, schaal-/schelpdieren en aquacultuur-concepten). Het onderzoek wordt financieel ondersteund door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, binnen de subsidieregeling Duurzame Visserij en Aquacultuur.

 

 

Geologie Waddengebied onderwerp eerste winterlezing Ecomare

Geologie Waddengebied onderwerp eerste winterlezing Ecomare

De klimaatverandering en de bijbehorende verwachte zeespiegelstijging kan van grote invloed worden voor het waddengebied. Wat staat ons te wachten? Zandplaten die niet meer droogvallen, kwelders die permanent onder water staan, warm zeewater waarin heel andere vissoorten zich thuis voelen? Ecomare organiseert in januari en februari drie lezingen waarin de toekomst van het Waddengebied centraal staat.

De eerste lezing op dinsdag 24 januari wordt verzorgd door dr. Ad van der Spek, marien geoloog bij Deltares. Hij gaat in op het verleden en de toekomst van de geologie van het Waddengebied. De twee volgende lezing zijn in februari:

7 februari: Prof. dr.i r. Katja Philippart, marien ecoloog bij het NIOZ, over de biologische/ecologische verwachtingen voor het Waddengebied

21 februari: Prof. dr. Jan van Gils, ecoloog en vogelonderzoeker bij het NIOZ, over de effecten van klimaatverandering op wadvogels

De lezingen beginnen om 20.00 uur in het restaurant van Ecomare. De entree bedraagt 5 euro per persoon, inclusief koffie of thee in de pauze. Aanmelden vooraf is niet nodig.

Internationale bescherming Waddenzee kan beter

Internationale bescherming Waddenzee kan beter

De trilaterale samenwerking tussen Nederland, Duitsland en Denemarken voor de bescherming van de Waddennatuur is toe aan een andere aanpak. Dat stelt Arjen Bosch, secretaris van de Raad van Advies Waddenzeehavens, in een opinieartikel in het Friesch Dagblad op initiatief van de Waddenacademie. Te vaak is de bescherming van de Waddenzee volgens Bosch een papieren werkelijkheid die de problemen niet oplost. Sinds de start in 1978 heeft deze internationale samenwerking veel goeds gebracht, maar het effect van de huidige werkwijze neemt steeds meer af.

Lees hier het volledige artikel.

#marieneaquacultuur #texel #waddenzee #polderwassenaar

Geïnteresseerd in het Waddengebied? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief

Eerste jaar onderzoek kweek-kringloop: learning by doing

Eerste jaar onderzoek kweek-kringloop: learning by doing

In maart 2022 was de kick-off van een nieuw onderzoeksproject in Polder Wassenaar op Texel: een kweek-kringloop met garnalen, kokkels en zeewier. Centrale vraag in dit onderzoek: is het mogelijk om binnen één systeem zeewier, kokkels en garnalen te kweken in verzilte gebieden? Hiervoor hebben onderzoekers en ondernemers de krachten gebundeld om een natuurgetrouwe kweekmethode te ontwikkelen, waarbij de natuurlijke omstandigheden worden nagebootst in Polder Wassenaar.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onderzoeksteam van Wageningen University & Research (WUR), in samenwerking met Noordoogst Aquaponics, Meromar Seafoods en Seaweed Tech. Stichting Zilte Zones, exploitant van Polder Wassenaar, faciliteert het onderzoek. Via een hevel kan zoutwater worden ingelaten in de polder. Dat wordt gedoseerd verdeeld over de 17 raceways (waterkanalen), zodat de condities op verschillende dieptes onderzocht kunnen worden. Het eerste onderzoeksjaar stond vooral in het teken van voorproeven doen en ontdekken was er zou kunnen. Onderzoeker Reinier Nauta, zeewierspecialist bij WUR,  blikt terug op de startperiode, waarin flink wat hobbels genomen moesten worden.

Lessons learned:  jaar 1

Nauta: ‘We willen onderzoeken of er een doorkijk in zit naar een economisch potentieel voor het op grote schaal kweken van kokkels, zeewier en garnalen in verzilte kust- en binnendijkse gebieden. Is het technisch mogelijk of helemaal niet interessant om uit te rollen? In het eerste jaar van dit project hebben we de geleerde lessen en inzichten uit eerdere onderzoeken in de polder, door onder meer het NIOZ, meegenomen en de mogelijkheden van de polder onderzocht. Hoe gedraagt en ontwikkelt de polder zich? Sinds de realisatie in 2016 is er best veel veranderd. Er zijn bijvoorbeeld stuwen bijgekomen, de inrichting is minder strak door verzakkingen en er lopen extra pijpen. Ook hebben we extra aanpassingen gedaan, omdat de raceways aanvankelijk zijn ingericht voor de teelt van kokkels en niet van garnalen. We hebben de doorstroom verhoogd, de raceways uitgebaggerd voor een betere bodemkwaliteit en de bodem ingemeten. Wat er dan zou gebeuren, was een van de vragen waar we het antwoord nog niet op hadden. De belangrijkste bron van informatie was vooral kijken naar wat er gebeurt en die kennis meenemen naar een vervolgtraject.’

Uitgangsmateriaal

Uit de eerste metingen was volgens de onderzoeker sprake van een lage biodiversiteit. ‘Wij wijten dat aan een teveel aan zoet water. Sinds het vorige onderzoek in 2020 zijn de raceways niet meer gebruikt en verzoet.’ Een tweede obstakel vormde het gebrek aan uitgangsmateriaal. Vooral de aanvoer van garnalen en kokkels bleek lastig. ‘Door de hitte op het wad was het een moeilijk jaar voor de kokkels en was er weinig jong broed beschikbaar. Ad hoc lukte het af en toe wel en dan moest er snel worden gehandeld om ze levend in de bassins te krijgen. Dat bleek organisatorisch niet altijd mogelijk.’ Ook om voldoende levende garnalen in de polder te krijgen, blijkt een uitdaging. ‘Er bestaat geen goede opslagmethode om de gevangen garnalen in goede conditie over te brengen naar de polder. Ze gaan snel dood. Erik (Moesker, van Aquaponics) werkt nu zelf aan een installatie die het voor garnalenvissers eenvoudiger maakt om kleine garnalen levend bij ons te kunnen aanleveren.’

Zeewier was voor de kweek-kringloop wel beschikbaar (WUR heeft een vergunning om dat te mogen rapen), maar eerst moest worden getest welke soort het meest geschikt zou zijn voor de proeven in de polder. ‘Er is eerder getest met Ulva sp. (zeesla), maar dat bleek niet interessant voor de proeven in de raceways. Nu werken we met knoopwier (Gracilaria sp.). In de afgelopen maanden zagen we een verloop in de raceways: hoe verder we in de polder komen, des te minder groei . Dat geeft een indicatie van de nutriënten in het water. Ik ben ontzettend benieuwd of we dat gaan terugzien bij dezelfde aanpak als we producten combineren. Het zal ook afhangen van de hoeveelheden die we uitzetten. En dat wordt weer een educated guess, want daar is geen informatie over. Dat moeten we zelf uitvinden.’

Terug naar de basis

Een andere geleerde les was de opzet van het experiment. ‘Die was veel te complex om te realiseren. Dus zijn we terug naar de basis: een simplistische opzet van het experiment, zodat we kunnen onderzoek of het überhaupt werkt en of we de gradiënten terugzien die Katja Philippart en Kiki Dethmers van het NIOZ in 2018 tot 2020 al vastgesteld hadden. Ik verwacht dat we de komende tijd vooral meer gaan spelen met de dichtheden van de verschillende componenten. In november 2023 zullen we de laatste metingen verrichten en dan kan alle data geanalyseerd worden. De resultaten gebruiken we voor het nieuwe experiment in 2024. Tot 2025 hebben we de tijd voor dit onderzoek.’

@WUR Marine @SZZ

#marieneaquacultuur #texel #zeewier #schelpdieren #garnalen #aquacultuur #polderwassenaar

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief

Kansen voor mariene aquacultuur in het Waddengebied

Kansen voor mariene aquacultuur in het Waddengebied

Zijn er kansen voor de ontwikkeling van mariene aquacultuur in het Waddengebied? Die vraag staat centraal in het onderzoek van Wing, in opdracht van het Investeringskader Waddengebied (IKW) opgaveteam Vitale Kust en Afsluitdijk en Programma Rijke Waddenzee. De onderzoekers spraken met overheden, onderwijs, NGO’s en ondernemers uit Noord-Nederland en Zeeland. Binnen de gestelde randvoorwaarden bleken er vooral goede perspectieven voor schelpdieren en dan met name voor kokkels. Mariene aquacultuur op land kan bijdragen aan de groeiende behoefte naar duurzaam geproduceerd, gezond voedsel.

Meer informatie lees je hier.